Drie concerten in één week. Afgelopen vrijdag bezocht ik de try-out van Mania!, het eerste theaterprogramma van de Heideroosjes. (Ga daarheen!) Zaterdag was ik bij Tim Ries in Denemarken, woensdag speelde Stephen Stills met zijn band in Paradiso. Neil Young's bassist Rick Rosas had mij verzocht de band op te vangen in Amsterdam. Daags daarvoor hadden Stephen en band opgetreden in Olympia, Parijs en België en nu waren zij twee dagen vrij om Amsterdam te verkennen. Leraar, elke dag anders. Ik moest ik het-nachtje-stappen-met-de-band helaas aan mij voorbij laten gaan. Stappen èn om half 9 okselfris voor de klas is niet meer voor mij weggelegd.
Stephen speelde in Paradiso twee sets, waarvan de eerste acoustisch. Ofschoon zijn stem niet meer zo klinkt als vroeger, was het toch een belevenis. De tweede set speelde hij met zijn band: Joe Vitale op drums, Kenny Passarelli op bas en Todd Caldwell op de toetsen. Hoogtepunt voor mij was For What It's Worth, de Buffalo Springfield klassieker. Kippevel! Neil Young's vrouw Pegi had mij afgelopen juli reeds verteld dat het met Stephen goed ging. Afgelopen voorjaar onderging hij een operatie wegens prostaatkanker. Hij was flink afgevallen, maar oogde fit.
Na afloop van het concert werden we uitgenodigd om in de tourbus op het parkeerterrein van Paradiso om een biertje te drinken. Daarna namen we afscheid, de band moest per bus naar Calais, het concert in Londen wachtte. (foto: José Giltay)
12 October 2008
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment